Alle mensen zijn uniek en komen voort uit God. Ieder mens op aarde heeft een (stoffelijk) lichaam en een ziel. Het lichaam is sterfelijk, maar de ziel is eeuwig! Wanneer een mens op aarde sterft, sterft alleen zijn stoflichaam; zijn ziel wordt tijdelijk overgebracht naar de geestelijke wereld, waar hij een periode verblijft, totdat er op aarde een ‘geschikt’ lichaam voor deze ziel beschikbaar komt, zodat hij zijn leerproces kan hervatten. Dit terugplaatsen van de ziel in een mensenlichaam gebeurt met zeer veel beleid. Vanuit de Hemelen wordt bepaald waar wij geboren worden. De aarde is de leerschool van God voor de mensen. In de hemelen wordt van tevoren nagedacht over het leerproces van een ziel. Daarom is het geen toeval dat je in een bepaald gezin, in een bepaalde regio, in een bepaald land wordt geboren.
Elk mens op aarde kan merken dat zijn of haar gevoelsleven een belangrijke rol speelt. Of je nu jong bent of oud, rijk of arm, gezond of ziek, elk mens is voortdurend bezig met zijn emoties en gevoel. Dat is ook de bedoeling van God. Je beleeft dingen waar je gevoelsmatig iets mee moet doen. Denk maar aan het huwelijk, het opvoeden van kinderen, de contacten met mensen die je op je werk of elders ontmoet. Het is de bedoeling dat wij alle gevoelssituaties die bij de leerschool aarde horen, beleven. Tijdens dit leerproces sta je voortdurend voor de keuze tussen positief en negatief, tussen opbouwend en afbrekend, tussen goed en kwaad. Over deze keuzes wordt heel veel verteld in de Bijbel.
In de Bijbel wordt meermalen verwezen naar reïncarnatie. Na vele levens op aarde komt het moment dat je ziel alle gevoelens die bij de aarde horen, heeft meegemaakt. In de reïncarnatie zit de Goddelijke rechtvaardigheid. Immers, elke ziel, elk mens, moet in grote lijnen dezelfde gevoelens doorleven. Er wordt door God geen onderscheid gemaakt!
Als je alle gevoelens van de aarde hebt meegemaakt blijf je, na je laatste leven op aarde, in de geestelijke wereld. In de geestelijke wereld leeft je ziel ‘gewoon’ door. Net zoals je nu voelt en denkt, kun je dat ook in de geestelijke wereld. Het enige verschil is dat je je aardse lichaam hebt achtergelaten en dat je, als ziel, in de geestelijke wereld verder leeft. In de geestelijke wereld telt alleen het gevoel dat je je verworven hebt. Dáárom wordt in de Bijbel ook zo de nadruk gelegd op de geestelijke, de gevoelsmatige ontwikkeling van de mens. Je kunt elkaar in de geestelijke wereld zien en je kunt gewoon met elkaar praten. Het leven gaat immers door! Ook in de geestelijke wereld kun je studeren, werken, musiceren, overleggen, praten, zingen, lachen en huilen!
Op aarde ben je in vele levens in heel veel situaties terechtgekomen. Afhankelijk van hoe je daar mee bent omgegaan (positief of negatief), krijg je een bepaalde plek in de geestelijke wereld toebedeeld. Een plek waar je, gezien je ontwikkeling op aarde, thuishoort. In dit geestelijke gebied ontmoet je andere mensen die zich ongeveer op een zelfde manier hebben ontwikkeld op aarde.
De geestelijke wereld is opgebouwd uit zeven Hemelen en zeven hellen. Afhankelijk van de mate waarin je positief of negatief bent omgegaan met de leersituaties op aarde, kom je in één van deze gebieden terecht. En daar gaat je leven door met de bedoeling om verder te ontwikkelen.
Door als ziel, altijd met hulp van zielen/leraren die al verder zijn, positief te zijn en goed te maken wat je verkeerd gedaan hebt, ontwikkel je. Je kunt je voorstellen dat mensen, die zich zeer wreed hebben gedragen op aarde, heel veel moeten leren en goedmaken. Een leerproces hoeft dan ook beslist niet als gemakkelijk ervaren te worden. Een belangrijk onderdeel van het leerproces is dat je in het Hiernamaals terecht komt bij andere zielen die dezelfde afstemming hebben als jijzelf. Je ervaart dan heel duidelijk hoe jij met andere zielen omgaat, omdat dat ook de manier is hoe zij met jou omgaan. Als je afstemming positief is, is dat uiteraard plezierig. Als je je nog tot negatief gedraagt ontvang je ook deze negativiteit van anderen en zul je daaronder lijden zoals anderen ook lijden onder jouw gedrag. Vanuit dit leed en het besef wat je een ander hebt aangedaan zul je – vroeg of laat – je leven willen beteren.
Het is goed ons te realiseren dat iedere ziel, elk vonkje van God, zich verder zal ontwikkelen en uiteindelijk zal aankomen in het Licht en daar verder zal groeien en terugkeren naar God. Dat geldt voor alle zielen, niet één uitgezonderd. Alle zielen worden behouden. Er gaat geen ziel verloren. De hellen worden leeg. Eeuwige verdoemenis bestaat niet!
De Engelen zetten zich in voor de Schepping van God en zij helpen de zielen in de geestelijke wereld om zich verder te ontwikkelen. Hierover valt veel te lezen in de Bijbel. Ook op aarde zijn zeer veel Engelen aan het werk om de mensen binnen de aardse leerschool te ondersteunen en verder te helpen.
Als het niet goed gaat met de mensen op aarde, is het mogelijk dat vanuit de Hemelen wordt besloten dat er extra hulp geboden moet worden. Tweeduizend jaar geleden was dat ook het geval. Toen werd Jezus de Christus gezonden.
Zo zijn er in de lange geschiedenis van de aardse leerschool verschillende Goddelijke Opdrachten geweest met als doel de mens verder te helpen en bewust te maken van het doel van het aardse leven en het leven erna. De grootste Goddelijke opdracht was die van Jezus van Nazareth.
Ook nu vindt er een Goddelijke Opdracht plaats. Er spreken Engelen door hun instrument Lhyza en zij brengen nadrukkelijk opnieuw onder de aandacht wat Jezus heeft gebracht. Lhyza is er om er voor te zorgen de mensen voor God te behouden, er voor te zorgen dat de mensen anders gaan leven.