Om de betekenis van Jezus de Christus goed te kunnen begrijpen is het noodzakelijk te weten dat alle zielen via een evolutionair proces de weg naar God gaan en dat de aarde met de daarbij behorende geestelijke wereld een deel van dit proces is. Op leerschool aarde[1] is het de bedoeling dat een ziel in de vele levens als mens vergeestelijkt, gevoelsmatig ontwikkelt.
Jezus de Christus behoorde tot de eerste zielen, die hadden geleerd wat een ziel op aarde moet leren. Om verder te ontwikkelen hadden ze geen levens op aarde meer nodig. Deze zielen waren aan gene zijde gekomen met het gevoel wat ze hadden toen hun laatste leven op aarde eindigde. Met dat gevoel kwamen ze in duisternis, omdat hun zielen nog op duisternis ingesteld waren. Zo ver was de evolutie van de zielen toen. Maar leven in de duisternis viel hen zwaar. Zij gingen niet door met hun geestelijke ontwikkeling, zochten niet het Hogere op maar zij gingen vanuit gene zijde steeds weer terug naar de aarde om naar de mensen te kijken en zich bezig te houden met wat de mensen deden.
De Schepping is zo ingericht, dat je terug moet naar God. Je moet omhoog, de trap op. Maar die weg is een moeilijker weg dan de weg naar beneden. Als je het goede wilt, kost het je kracht en inspanning. Je moet een sterke wil hebben en je moet doorzetten, je moet bouwen, strijden voor het goede om hogerop te komen. Jezus de Christus was de eerste ziel die het gevoel kreeg dat leven in duisternis en steeds terug gaan naar die aarde niet zinvol was. Hij heeft als eerste voor iets anders gekozen. Hij ging de andere kant op kijken. Hij wilde het goede en dus is Hij op weg gegaan.
Zodra een ziel het gevoel heeft van: ik wil niet meer naar het lage, ik wil naar het hoge en daar naar handelt, komt het licht door de duisternis. Zodra je gaat ontplooien, komt er verruiming en die verruiming geeft licht. Jezus de Christus was de eerste die dat deed en naar het Licht kwam! Toen Hij had ervaren hoe het daar was, zei Hij: Dit is niet alleen voor mij. Ik zal er voor zorgen dat ook anderen deze kant opgaan, want zo moet het. Hij ging daarom steeds terug naar de duisternis om anderen op te trekken naar het Licht. Hij ging in de duisternis met de mensen daar praten, hen afhouden van hebzucht, agressie en machtsgevoelens. En er voor waken dat ze niet afdaalden naar beneden. Hij predikte steeds maar weer hoe mooi en goed het in het Licht was en dat het veel beter was om je naar God te richten dan terug te keren naar de aarde. Dat je niet naar de aarde moest verlangen maar naar God. Zo heeft Hij ervoor gezorgd dat steeds meer zielen zich gevoelsmatig, op een positieve manier, gingen ontwikkelen, in het Licht kwamen en gingen meehelpen om andere zielen uit de duisternis te halen.
Daardoor kwamen er steeds meer zielen in het Licht, waardoor de Schepper kon bestendigen wat ze samen hadden bereikt en zij de volgende fase konden opbouwen. Zo zijn uit een krachtig, positief en liefdevol gevoel zeven fases, de zeven lichtsferen, de Hemelen opgebouwd. Jezus de Christus en de zielen die Hem volgden hebben zo voor alle zielen de weg naar God weer mogelijk gemaakt!
De Engelen, die door Lhyza spreken, benadrukken regelmatig hoe zwaar de inspanning is geweest voor Jezus de Christus en de andere zielen om Hem heen. In deze begintijd moest immers alles vanaf de bodem worden bevochten en opgebouwd. Elk principe waardoor Licht ontstond, moest worden ontdekt. Jezus de Christus heeft als eerste, de Goddelijke evolutie, de hele weg terug naar God, doorlopen. Daarom wordt Hij de Eerstgeboren Zoon van God genoemd.
Als je zielen uit de duisternis wilt halen, is het maar de vraag of het lukt bij iedereen. Er zijn individuen die zich thuis voelen in de duisternis, omdat je daar kunt doen wat het daglicht niet kan verdragen. Er waren zelfs zielen aan gene zijde die daar een imperium gingen opbouwen in de duisternis, gericht op de mensen op de aarde. Zo zijn de hellesferen ontstaan. Het slechtste bij het slechtste.
Ruim tweeduizend jaar geleden was er op de aarde een situatie ontstaan waarin de macht van het kwaad zo groot was geworden dat de geestelijke ontwikkeling van de mensen grotendeels tot stilstand was gekomen.
De mens leefde niet naar Gods beeld. De mens was op de hel gericht. De hel liep vol. Zoals er ook nu nog veel mensen zijn die vanwege hun gedrag meer op de hel gericht zijn dan op de Hemel. Jezus de Christus is toen naar de aarde teruggekomen om dat te veranderen. Hij wilde winnen van de duisternis. Niet de macht van de hel maar de macht van de Hemel moest het overwicht hebben. De Christus zei: Als ik op aarde het Christendom ga brengen, als ik ze daar ga vertellen over het Koninkrijk der Hemelen kunnen de mensen al op de aarde er voor zorgen, dat ze niet meer naar de hel komen, maar dat ze – zeer bewust – naar de Hemel toe stromen. Als de mens weet dat er een hel en Hemel is, zal hij uit instinct kiezen voor de Hemel, want de hel is een ontzettende last. Dat kun je voelen. Als je niet weet dat er een hel en Hemel is, vergeet je jezelf. Dan kun je een losbandig leven willen of wensen.
De mensen van twee-, drie- of zesduizend jaar geleden hadden – zoals in het Oude Testament is te lezen – de kennis, die Jezus de Christus bracht, niet. De mensen die aan gene zijde aankwamen, gingen allemaal de duisternis in. De Christus zorgde ervoor dat dat anders werd. Hij brak de macht van het kwaad, onderdrukte de last van de hel door het Christendom te brengen, door het Godsbericht dat er een Hemel is. De zondige mensen, voor wie de weg naar de Hemel was geblokkeerd, konden er daardoor voor kiezen naar de Hemel te komen. Hij heeft dat mogelijk gemaakt. Alle zielen die ten tijde van Jezus de Christus als mens op aarde leefden, mochten met een schone lei beginnen. Dat betekent dat de zonden, die tot dat moment onder beïnvloeding van de hellen waren begaan, vergeven werden. Dit betekent niet dat de mens sindsdien de verantwoordelijkheid voor zijn daden heeft verloren.
De eigen verantwoordelijkheid voor denken en handelen is een belangrijke wet in de Goddelijke evolutie. Door Zijn Woord na te leven lukt het om in het Licht te komen. Dat geldt ook voor de mensen van nu. Alle mensen kunnen Zijn woorden lezen en van daaruit positief zijn, voor het goede kiezen, zich op de Hemel richten in plaats van op de duisternis. Jezus de Christus heeft het kwaad aan banden gelegd.
Nadat Jezus de Christus aan het kruis stierf is Hij, bevrijd van Zijn aardse lichaam, met heel veel Engelen, naar de hellen afgedaald om daar strijd te leveren tegen het kwaad. Het kwaad kon geen macht over Hem krijgen. Zijn positieve kracht was zo groot en zo sterk dat het kwaad geen vat op Hem had. Hij overwon. Zijn strijd in de hellen heeft ervoor gezorgd dat Hij de sleutels in handen kreeg van de Hemelen en de hellen. Dit is van enorme betekenis voor de mensen op aarde, omdat het betekent dat zij niet zomaar meer kunnen worden beïnvloed door het kwaad.
Jezus de Christus heeft het bij deze strijd om het kwaad te overwinnen ontzagwekkend zwaar gehad en ontzettend veel moeten doorstaan.
Door Zijn overwinning kan iedereen, in zelfstandigheid, zonder beïnvloeding door het kwaad, kiezen tussen goed en kwaad. Uiteindelijk zal dat iedere ziel lukken en zullen alle zielen zich verder ontwikkelen en uiteindelijk aankomen in het Licht en daar zullen zij verder groeien en terugkeren naar God. Dat geldt voor alle zielen, niet één uitgezonderd. Alle zielen worden behouden. Er gaat geen ziel verloren. De hellen worden leeg. Eeuwige verdoemenis bestaat niet! Wat ontzettend groots.
[1] Zie het artikel ‘De aardse leerschool‘.